Groep 1/2

Hier start je weg naar wijzer

Voor de groep staan

Wiesje Faber (vanaf de kerstvakantie) en Wouter van der Gulik
Marieke Botman (zwangerschapsverlof) 

Met z'n allen op de kiek:

 

Dit staat eraan te komen voor deze groep

Meer voor groep 1/2

liedjes en versjes  leuke knutsels

Er wordt gebruik gemaakt van speciaal ontworpen Montessori-materiaal. Dit materiaal is te verdelen in:

• zintuiglijk materiaal
• huishoudelijk materiaal
• cognitief of intellectueel materiaal
• lees- en schrijfmateriaal

Zintuiglijk materiaal
Met het zintuiglijk materiaal leert het kind beter waarnemen, zodat de opmerkingsgave wordt vergroot. De roze toren, bruine trap, rode stokken zijn voorbeelden van het maken van reeksen, terwijl de gehoorkokers en kleurspoelen onder het sorteermateriaal vallen. Veel taalbegrippen komen daarbij aan de orde. Denk aan groot en klein, dik en dun, eerste en laatste, langste en kortste. Een hulpmiddel bij het oefenen van het zelfstandig aan- en uitkleden zijn de aankleedrekken: ritssluiting-rek, veter-rek, knopen-rek etc. Bij al deze oefeningen wordt eveneens de grove en fijne motoriek ontwikkeld.

Huishoudelijk materiaal
Het is belangrijk dat de kinderen leren dat zij mede zorg en verantwoordelijkheid dragen voor hun omgeving. Zo leren zij o.a. het gekozen werk zelf op te ruimen op de plek waar het hoort. Tafels schoonmaken, stof afnemen, de vloer vegen, planten water geven, ramen wassen en kasten op orde houden horen hier ook bij. Al deze activiteiten zijn ook een oefening voor de grove en fijne motoriek. In de groep is materiaal aanwezig waarmee de kinderen dit kunnen oefenen.

Cognitief of intellectueel materiaal
Het rekenmateriaal heeft een duidelijke opbouw. Er is veel materiaal om het getalbegrip te bevorderen; telbakjes, rekenstokken, cijfers en fiches, kralenstaafjes. Er zijn schuurpapieren cijfers voor het voelen en benoemen van cijfersymbolen. Wanneer het kind de cijfers goed herkent kan het overgaan naar de getalrekken, het honderdbord en het gouden kralenmateriaal. Al het rekenmateriaal is aantrekkelijk voor de kinderen, omdat het concreet is. Het montessorimateriaal kent twee lijnen. De A-lijn en de B-lijn. De A-lijn betreft het rekenen met grote getallen. Op deze manier krijgt het kind inzicht in het tientallig stelsel. De B-lijn betreft het rekenen met kleine getallen.

Lees- en schrijfmateriaal
Materiaal om te lezen en te schrijven is ook aanwezig. Er zijn schuurpapieren letters voor het voelen en benoemen van de klanken van het alfabet, maar er zijn ook letterdozen. Een indicatie voor het gevoelig zijn voor het leren van letters kan zijn dat een kind zijn/haar naam wil schrijven. Met de letterdozen worden er korte woordjes gemaakt met de letters die het kind herkent. In deze fase is het kind nog niet in staat om de woordjes terug te lezen. Het leren van de letters is gebaseerd op het horen van de klank. Het duurt een poos, afhankelijk van het individuele tempo, voordat het kind echt kan lezen. Als de kinderen zelf letters willen schrijven, kunnen zij dit doen op een schoolbordje, in een bakje zand of op ongelinieerd papier. De fijne motoriek is meestal nog niet dusdanig ontwikkeld, dat de kinderen tussen lijntjes kunnen schrijven. De tekenfiguren zijn er om de fijne motoriek te bevorderen, een oefening voor het schrijven.

Creativiteit en expressie
Er is voldoende gelegenheid om dit aspect aan de orde te laten komen. De kinderen kunnen een keuze maken uit onder andere dewater/zandtafel,schilderbord,speelhuis,  knutselkast of de boekenhoek.

Spel- en bewegingsonderwijs
Een belangrijke onderwijsvorm in de onderbouw. Iedere dag wordt er gelegenheid geboden om dit onderdeel te oefenen. Dit kan zowel in de speelzaal als op het schoolplein plaats vinden. Kinderen in de leeftijd van drie tot zes jaar leren met hun hele lichaam. De volgende aspecten komen bij deze onderwijsvorm aan bod:

• sociaal-emotionele ontwikkeling door samen spelen
• ruimtelijk inzicht, een voorwaarde voor het leren rekenen is het uitbreiden van de woordenschat
• ontwikkeling van de lichamelijke motoriek van het gehele lichaam, door te ervaren en door te doen.

De rol van de leerkracht
Aanvankelijk helpt de leerkracht met het kiezen van het materiaal. Kinderen die al wat langer in de groep zitten kiezen meestal zelf. Wanneer het kind niet weet wat de mogelijkheden zijn van het materiaal wordt er individueel een korte instructie (“een lesje”) gegeven. De leerkracht observeert wie er een lesje nodig heeft en wie er ongestoord verder kan gaan. De leerkracht grijpt zo weinig mogelijk in. Het meeste materiaal is zelfcorrigerend. Wanneer de kinderen met het intellectuele materiaal werken worden zij niet gecorrigeerd. Er mogen “fouten” worden gemaakt. De leerkracht zal een “fout” alleen helpen corrigeren, wanneer het kind die zelf opmerkt.
 

En hieronder lees je alles wat er in de groep speelt